Vleugels geven

Bij het woord ‘hoogbegaafd’ denken veel mensen nog steeds in eerste instantie aan een IQ dat boven de 130 ligt. Maar in werkelijkheid is het een combinatie van veel meer eigenschappen die een hoogbegaafd kind nét even anders maakt. Ieder maand zetten we een eigenschap in het zonnetje. Deze maand: sterke intrinsieke motivatie.

Een rijtje van twintig Franse woordjes: voor het vak ‘Leren leren’ moest hij ze kennen van het Nederlands naar het Frans en van het Frans naar het Nederlands. Het huis was te klein, zijn moeder kreeg de wind van voren: dit kon hij niet en ging hij niet doen.

Diezelfde jongen fietste op een andere dag naar school en wees zijn moeder op de vogels die ze onderweg zagen: ‘Wist je dat een kraai tot de familie van de corvidae hoort? En een huismus heet passer domesticus in het Latijn. Daar zit een turdus merula, weet je wat dat is?’ Zo kon dat nog wel even doorgaan. Waar deze jongen blokkeerde bij het leren van twintig Franse woordjes, wist hij – zonder zich te realiseren dat vogelboeken lezen ook leren is – minstens zoveel vogelnamen in het Latijn.

Hoogbegaafde kinderen weten niet alles al, ze leren ook niet altijd graag, maar als het gaat om een onderwerp dat hen na aan het hart ligt, dan hebben ze een sterke intrinsieke motivatie om alles te weten wat er te weten valt. Het is fijn als we als begeleiders van deze kinderen doorkrijgen waar hun motivatie ligt en er handig op in spelen. Zo maken we van hoogbegaafden geen hoogvliegers, maar geven we ze vleugels!